Kopen en verkopen op de tweedehandsmarkt is booming.
Waarom en wat zijn de effecten?
Het is niet goed zichtbaar hoe groot de markt voor tweedehands spullen in Nederland precies is omdat er veel door mensen thuis wordt gehandeld. Maar er zijn voldoende redenen om aan te nemen dat het inmiddels een grote markt betreft:
1. Nederlanders houden steeds meer van tweedehands
De acceptatie van tweedehands is in Nederland groot en stijgend. En al helemaal als we het dan vintage noemen. Ook is er stijgende aandacht voor duurzame goederen en prijsbewustheid. Kijk naar de vestigingen van Leapp, Nederlanders zijn vaker bereid zijn om iets moois tweedehands te kopen of te laten repareren. Er bestaan zelfs zogeheten repaircafés, met bijeenkomsten waar vrijwilligers kapotte spullen repareren voor anderen. Ook de crisis had een versterkende werking op groei van vintage, men is de afgelopen jaren anders gaan aankijken tegen het kopen van al dan niet nieuwe goederen.
2. Internet
Het internet heeft bij de opkomst van de verkoop van tweedehands spullen een belangrijke rol gespeeld. Vroeger – en nog steeds, maar in mindere mate zo viel mij op- werden vraag-en-aanbod-briefjes in de lokale supermarkt opgehangen. Dit met een lokaal bereik. Door dit op internet te doen is het marktgebied enorm vergroot, heel Nederland is nu de marktplaats. De grootste en bekendste online speler is ongetwijfeld Marktplaats, met (naar eigen zeggen) 1,3 miljoen unieke bezoekers per dag. Ook Bol.com is een grote speler. Zo begon Bol.com in 2007 met het verkopen van tweedehands boeken, in 2010 kwamen daar muziek, films en games bij. De online winkel biedt momenteel zo’n 9 miljoen artikelen aan, waarvan er circa 10% tweedehands zijn.
3. Meer fysieke tweedehandswinkels
Voordat het internet er was, waren er al kringloopwinkels, vrijmarkten en tweedehandsboekwinkels. Je zou dat de voorlopers kunnen noemen van de huidige vintage winkels. Dat was allemaal relatief onschuldig en kleinschalig, maar daar lijkt nu verandering in te komen. De eerder genoemde professionalisering is niet alleen online te merken, maar ook offline. Nederland kent inmiddels meer dan 300 winkels waarin opgeknapte meubels worden verkocht. En IKEA heeft in Barendrecht en Heerlen nu ook een segment tweedehandsspullen. Bedrijven realiseren zich steeds meer dat er veel te halen valt in de tweedehandsmarkt.
Ook zijn er steeds meer startende ondernemingen die gebruik maken van het succes van vintage. Eerdergenoemde Leapp repareert kapotte en beschadigde Apple-apparaten om deze vervolgens met korting te verkopen. Het bedrijf kijkt ook over de grens en opent Leapp winkels in Duitsland en België.
Er is, met andere woorden, een flinke groei zichtbaar. Het winkeloppervlak van vintage/tweedehandskledingzaken is over een periode van tien jaar met zo’n 70 tot 80 procent is gestegen, evenals het aantal verkooppunten (bron: Locatus). Deze markt groeit, tegen de retail-trend van krimp in.
Het succes van tweedehandswinkels in de winkelstraat is winst voor voorstanders van hergebruik. Voor de gewone retail schuilt er echter ook wel een gevaar in. Veel retailers concurreren op dit moment op prijs. En dat is lastig tegen tweedehandsbedrijven, laat staan tegen vintage.
Voor- of nadeel?
Ik denk dat per saldo vintage winkels een positief effect op winkelstraten en gebieden hebben. Er is stijgende vraag naar vintage producten en er zijn voldoende panden beschikbaar. Het is een leuke aanvulling op regulier winkelaanbod en kan de verblijfsduur in het gebied verlengen. Mensen blijven langer snuffelen.
Een voorbeeld?